Borstplaat
Een echte sinterklaastraktatie, maar ook door het jaar heen lekker.
Ingrediënten:
- 200 gram fijne kristalsuiker
- 4 eetlepels slagroom
- 25 gram roomboter
- eventueel enkele druppels essence
Verder:
- een pan met dike bodem
- bakplaat, bakpapier en borstplaatvormen of
- taartvorm en aluminiumfolie, een scherp nat mes.
Bereidingswijze:
Leg het bakpapier op een bakplaat. De borstplaatvormpjes nat maken en op het bakpapier leggen. Voor wilde borstplaat (dus zonder vaste vorm) een kleine taartvorm met aluminiumfolie bekleden. In een steelpan de suiker, room en boter al roerend laten spelten. Laat het mengsel ca. 5 minute zachtjes doorkoken. Laat regelmatig de opgeloste suiker van de lepel lopen. Als de laatste druppel gesmolten suiker als een dunne draad aan de lepel blijft hangen, de pan van het vuur halen. Roer er eventueel essence door. Dit is niet perse noodzakelijk. Roer de suikerstroop met de houten lepel flink door, zodat de suikerstroop snel afkoelt. Blijven roeren, en denk er ook aan de wanden van de pan mee te nemen. Als het mengsel een krassend geluid gaat maken is het klaar. Schenk nu onmiddellijk het mengsel in de vormen. Zorg ervoor dat de vorm echt aansluit op de bakplaat, zodat er geen suikermengsel onderdoor kan lopen. Werk snel, want de suiker gaat nu al snel stolen. Laat alles goed afkoelen en hard worden. Na een kwartier schuif je de vormen voorzichtig over het bakpapier heen en weer, zodat ze loskomen. Draai de vormen om en laat de andere kant van de borstplaat drogen. Als de borstplaat helemaal hard is, kun je de vormen verwijderen en het suikergoed op een schaal leggen. Heb je geen vormen gebruikt, laat dan het suikergoed helemaal hard worden en snijd dan met een nat mes het suikergoed in stukken. Haal het aluminiumfolie eraf voor je het opeet!
Een echte sinterklaastraktatie, maar ook door het jaar heen lekker.
Ingrediënten:
- 200 gram fijne kristalsuiker
- 4 eetlepels slagroom
- 25 gram roomboter
- eventueel enkele druppels essence
Verder:
- een pan met dike bodem
- bakplaat, bakpapier en borstplaatvormen of
- taartvorm en aluminiumfolie, een scherp nat mes.
Bereidingswijze:
Leg het bakpapier op een bakplaat. De borstplaatvormpjes nat maken en op het bakpapier leggen. Voor wilde borstplaat (dus zonder vaste vorm) een kleine taartvorm met aluminiumfolie bekleden. In een steelpan de suiker, room en boter al roerend laten spelten. Laat het mengsel ca. 5 minute zachtjes doorkoken. Laat regelmatig de opgeloste suiker van de lepel lopen. Als de laatste druppel gesmolten suiker als een dunne draad aan de lepel blijft hangen, de pan van het vuur halen. Roer er eventueel essence door. Dit is niet perse noodzakelijk. Roer de suikerstroop met de houten lepel flink door, zodat de suikerstroop snel afkoelt. Blijven roeren, en denk er ook aan de wanden van de pan mee te nemen. Als het mengsel een krassend geluid gaat maken is het klaar. Schenk nu onmiddellijk het mengsel in de vormen. Zorg ervoor dat de vorm echt aansluit op de bakplaat, zodat er geen suikermengsel onderdoor kan lopen. Werk snel, want de suiker gaat nu al snel stolen. Laat alles goed afkoelen en hard worden. Na een kwartier schuif je de vormen voorzichtig over het bakpapier heen en weer, zodat ze loskomen. Draai de vormen om en laat de andere kant van de borstplaat drogen. Als de borstplaat helemaal hard is, kun je de vormen verwijderen en het suikergoed op een schaal leggen. Heb je geen vormen gebruikt, laat dan het suikergoed helemaal hard worden en snijd dan met een nat mes het suikergoed in stukken. Haal het aluminiumfolie eraf voor je het opeet!