Sucadelappen
Voorbereiding ca. 10 minuten, bereiding ca. 3 uur.
Ingrediënten:
- ca. 500 gr. sucadelappen (rundvlees om te sudderen)
- doesburgse of andere grove milde mosterd (naar smaak)
- 2 kleine, friszure appels geschild en in blokjes (bv. kanzi)
- 2 middelgrote uien in halve ringen
- 1 klein blikje tomatenpuree
- scheutje azijn (naar smaak)
- een aantal gedroogde laurierblaadjes (naar smaak)
- peper
- zout
- water
- event. twee ruime theelepels maizena voor een gebonden saus.
Bereiding:
Doe bakboter in een braadpan. Doe peper en zout op het vlees. Smeer een laagje van de grove mosterd op iedere plak vlees (niet te dun, naar smaak). Leg het vlees op de mosterdkant in de pan met hete boter en bak het vlees op hoog vuur aan. Doe ook wat peper en zout op de andere kant. Draai het vlees om. Er blijft wat mosterd plakken op de bodem van de pan. Dat komt straks de smaak van de saus ten goede. Als het vlees bruin/dichtgeschroeid is, doe er dan de laurierblaadjes, de appel, de azijn, de uienringen en de tomatenpuree bij en verdeel dit over de pan. Doe er zoveel water bij, dat het vlees nét onder water staat. Laat dit op laag vuur ca. 3 uur sudderen met het deksel half op de pan, zodat er een kleine opening ontstaat. Je kunt het nu serveren of eerst de saus wat binden. In dit laatste geval: haal het vlees uit de pan en lepel wat kookvocht in een kopje (ca. 1/3 kopje vol). Roer de maizena hier doorheen tot het een heel glad papje is, zonder klontjes. Doe dit bij het kookvocht in de pan en laat het even doorborrelen terwijl je het goed doorroert met een houten lepel. De saus wordt nu wat dikker. Serveer de saus over de aardappels en het vlees.
Bijvoorbeeld lekker bij:
Rode kool met peer en kaneel en met wat zout gekookte aardappels.
Voorbereiding ca. 10 minuten, bereiding ca. 3 uur.
Ingrediënten:
- ca. 500 gr. sucadelappen (rundvlees om te sudderen)
- doesburgse of andere grove milde mosterd (naar smaak)
- 2 kleine, friszure appels geschild en in blokjes (bv. kanzi)
- 2 middelgrote uien in halve ringen
- 1 klein blikje tomatenpuree
- scheutje azijn (naar smaak)
- een aantal gedroogde laurierblaadjes (naar smaak)
- peper
- zout
- water
- event. twee ruime theelepels maizena voor een gebonden saus.
Bereiding:
Doe bakboter in een braadpan. Doe peper en zout op het vlees. Smeer een laagje van de grove mosterd op iedere plak vlees (niet te dun, naar smaak). Leg het vlees op de mosterdkant in de pan met hete boter en bak het vlees op hoog vuur aan. Doe ook wat peper en zout op de andere kant. Draai het vlees om. Er blijft wat mosterd plakken op de bodem van de pan. Dat komt straks de smaak van de saus ten goede. Als het vlees bruin/dichtgeschroeid is, doe er dan de laurierblaadjes, de appel, de azijn, de uienringen en de tomatenpuree bij en verdeel dit over de pan. Doe er zoveel water bij, dat het vlees nét onder water staat. Laat dit op laag vuur ca. 3 uur sudderen met het deksel half op de pan, zodat er een kleine opening ontstaat. Je kunt het nu serveren of eerst de saus wat binden. In dit laatste geval: haal het vlees uit de pan en lepel wat kookvocht in een kopje (ca. 1/3 kopje vol). Roer de maizena hier doorheen tot het een heel glad papje is, zonder klontjes. Doe dit bij het kookvocht in de pan en laat het even doorborrelen terwijl je het goed doorroert met een houten lepel. De saus wordt nu wat dikker. Serveer de saus over de aardappels en het vlees.
Bijvoorbeeld lekker bij:
Rode kool met peer en kaneel en met wat zout gekookte aardappels.