Nieuwjaar
Nieuwjaar is de dag waarop het begin van het nieuwe jaar wordt gevierd. In de westerse wereld is dit op 1 januari, maar in andere culturen gebeurt dit vaak op andere data (zie beneden). Bij deze viering zijn wederzijdse gelukswensen en goede voornemens gebruikelijk.
Lang geleden begon het nieuwe jaar bij het begin van de lente, als de natuur weer tot leven kwam, of begin januari, als de dagen beginnen te lengen. Bij de invoering van het christendom wilde de Kerk een eind maken aan de heidense gewoonten rond deze nieuwjaarsviering, en riep 1 januari uit tot bid- en boetedag om de besnijdenis van Jezus (8 dagen na de geboorte) te vieren. Maar ook daarna vierde men het nieuwe jaar nog rond de oude heidense data, maar soms ook op Sint Maarten (11 november); de eerste adventsdag; de zonnewende (rond 21 december); of Maria Boodschap (25 maart). De Spaanse landvoogd Requesens besloot in 1575 dat het nieuwe jaar officieel op 1 januari begon. De Babyloniërs brachten rond 2600 v. Chr. een koningsoffer. Ze meenden dat op nieuwjaarsdag de koning het mikpunt van de goden zou zijn, dus vervingen ze de koning tijdelijk door een slaaf of een ter dood veroordeelde, reden hem als koning rond en offerden hem ten slotte. Zo werd het kwaad een jaar afgewend.
De oude Germaanse oud-en-nieuwviering werd in de winter gevierd, duurde 12 dagen en nachten en heette 'Joelfeest'. Het Joelfeest begon op 25 december, als de dagen gingen lengen, en duurde tot 6 januari, het huidige Driekoningen. Rond de 8e dag, ofwel 1 januari, was het hoogtepunt met grote vuren, dierenoffers en veel eten en drinken. In hedendaagse paganistische religies (o.a. Wicca) wordt Yule gevierd rond 21 december.
Bij de Romeinen begon het nieuwe jaar op 1 maart, totdat Julius Caesar in 44 v. Chr. de juliaanse kalender invoerde, vanaf die tijd was Nieuwjaar op 1 januari. De Romeinen offerden sindsdien op die dag aan de god Janus (waarnaar januari is genoemd) om hem mild te stemmen voor het aankomende jaar. Dit begin van het jaar in maart komt nog tot uiting in de namen van onze maanden september ("zevende maand"), oktober ("achtste maand"), november ("negende maand") en december ("tiende maand"), en in de schrikkeldag, die voorkomt aan het eind van de laatste maand van het jaar: februari.
Men ziet de periode van Kerst tot Driekoningen (de heidense twaalf nachten) tegenwoordig nog steeds als feestelijke periode. In deze periode vallen (verplichte) snipperdagen en schoolvakanites, en veel bedrijven zijn gesloten. Veel mensen laten de kerstboom tot na Driekoningen staan. De tradities van onze heidense voorouders hebben dus nog steeds invloed. De nieuwjaarsvuren zijn terug te vinden in de traditionele kerstboomverbrandingen die in sommige plaatsen nog steeds worden georganiseerd. De oude vuren werden destijds gedoofd, en nieuwe vuren werden ontstoken om het oude jaar te vernietigen en de komst van het licht en het nieuwe te onderstrepen.
Ook moesten de geesten van de overledenen en de demonen worden verjaagd, die juist rond deze tijd konden opspelen. Dit verjagen gebeurde met veel lawaai, wat nog terug te vinden is in het gebruik om rond de jaarwisseling vuurwerk af te steken en klokken te luiden.
Deze geesten moesten echter ook gunstig gestemd worden. Zij konden namelijk de mensen en het vee vruchtbaar maken en het gewas doen groeien. Men bracht ze daarom ook offers, die men na het ritueel zelf opat en -dronk. Dit vinden we terug in onze eigentijdse kerst en oud-en-nieuwgerechten terug, zoals kerststollen, duivekaters, wafels, kniepertjes, spekdikken, oliebollen en de traditie om uitgebreide maaltijden aan te richten met veel alcoholische drank.
Het geven van cadeautjes en nieuwjaarsgiften aan familie en personeel was al onder de Romeinen gebruikelijk. Het vindt in Frankrijk plaats op nieuwjaarsdag, in Italië op Driekoningen, in het Verenigd Koninkrijk op Eerste Kerstdag, in Duitsland op Kerstavond en in Nederland op Sinterklaas (5-6 december) en met kerst. In 1535 schafte Maarten Luther Sinterklaas af; het Kerstkind werd de brenger van geschenken.
Op 1 januari wensen we iedereen het beste, zodat we die wensen ook terug ontvangen. Vroeger werd vooral geld gegeven. In de 19e eeuw liep dat uit de hand, toen men wildvreemde voorbijgangers geld probeerde af te bedelen met berijmde nieuwjaarswensen en -prenten. Schoorsteenvegers, vuilnisophalers, straatvegers, nachtwakers en lantaarnaanstekers verkochten hun beste wensen; tegenwoordig zijn het de tijdschrift- en krantenbezorgers die ons zo hun beste wensen overbrengen, en zien we dit gebruik nog terug in het sturen van kerst- en nieuwjaarskaarten, het geven en bezoeken van nieuwjaarsrecepties, en de gewoonte iedereen die men ontmoet het beste te wensen voor het nieuwe jaar.
In de laatste jaren is het gebruikelijk geworden zich massaal in het open en dus koude water te storten, meestal in, soms zonder zwemkleding, maar ook in allerlei fantasie-uitmonsteringen, dit gebruik staat bekend als de Nieuwjaarsduik. De traditionele Nieuwjaarsduik die op 89 locaties in Nederland werd georganiseerd, trok op 1 januari 2012 een recordaantal deelnemers. In Scheveningen namen deze keer 36.000 mensen een duik. Dit is mede te danken aan het record-warme zachte weer (13 graden C) en en het relatief warme zeewater van deze Nieuwjaarsdag.
Ook op 1 januari vindt het traditionele Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker plaats, een jaarlijks concert op nieuwjaarsdag in de Wiener Musikverein, het concertgebouw van Wenen. Dit concert wordt internationaal rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Tevens is er een wedstrijd van het schansspringen. Dit wordt ook rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Later in de maand vinden er vele nieuwjaarsrecepties in bedrijven, verenigingen en gemeenten in Nederland plaats.
In België is het voor kinderen de gewoonte om op 1 januari een nieuwjaarsbrief met nieuwjaarswensen voor te lezen aan de ouders en aan de doopmeter en dooppeter. Meestal zijn doopmeter en dooppeter nabije familie en is dit gebeuren een echt familiefeest, in aanwezigheid van grootouders en ooms en tantes.
Een nieuwjaarsbrief is traditioneel een eenvoudig dubbel gevouwen en versierd kaftje, binnenin kan dan de tekst geschreven worden. De tekst opent traditioneel met : "Liefste ouders", "Liefste meter" of "Liefste peter". In nieuw samengestelde gezinnen en bij overlijdens, kan hiervan afgeweken worden. De nieuwjaarswensen zelf worden meestal in rijm of versvorm geschreven. De brief eindigt met: " Uw doopkind, (Plaats), 1 januari, (jaartal)". De blanco brieven zijn te koop in de boekhandel.
Zolang het kind nog niet naar school gaat, zullen de ouders de nieuwjaarsbrief zelf schrijven en inoefenen met het kind. Nadien zal de voorbereiding en het schrijven van de nieuwjaarsbrieven volledig op school gebeuren. Dit is in het lespakket opgenomen. Vanaf de kleuterschool tot de basisschool zal de tekst voorgedrukt staan op de nieuwjaarsbrief. Op school zullen de kinderen de tekst gezamenlijk inoefenen. Op zijn 6de, vanaf het eerste jaar tot het laatste jaar basisschool, zal het kind op school de nieuwjaarsbrief eigenhandig schrijven en voorlezen.
Na het voorlezen van de nieuwjaarsbrief krijgt het kind speelgoed of een nuttig geschenk, dat in overleg met het kind en de ouders gekozen is. Het krijgen van geschenken met Nieuwjaar is in België even belangrijk of zelfs belangrijker dan met Sinterklaas.
Op zijn 12de-13de jaar, wanneer het kind de overstap maakt van de basisschool naar secundair onderwijs, zal deze traditie ophouden. Soms krijgt de tiener met Nieuwjaar nog wat geld toegestopt door de doopmeter of dooppeter tot hij of zij meerderjarig is of huwt.
Alhoewel een doopmeter en dooppeter een christelijk-katholiek gebruik is, is deze traditie ook door vrijzinnigen overgenomen. Dit is niet het geval bij de andere geloofsovertuigingen.
Door de tijdzones wordt Nieuwjaar overal op een ander tijdstip gevierd. Kiritimati, een eilandengroep binnen Kiribati, begint als eerste het nieuwe jaar. Om precies te zijn op 31 december om 10u UTC. Samoa ging als laatste het nieuwe jaar in, maar op 30 december 2011 zijn ze bij de tijdzone van oost Australië gevoegd. Nu vieren zij dus als een van de eerste nieuwjaar. Nieuwjaarsdag is ook een merkeldag (Merkeldag (ook wel: lotdag) is de aanduiding van een dag die in het volksgeloof bijzonder belangrijk is voor het lot van de mens of het weer. Het weer op een merkeldag is in dat geval bepalend voor de rest van de periode. Bij merkeldagen horen dan ook één of meerdere weerspreuken. Deze vermelden veelal ook de heilige die volgens de Heiligenkalender van de Katholieke Kerk zijn of haar naamdag heeft op de betreffende dag.) waarop de volgende weerspreuken van toepassing zijn:
Andere nieuwjaarsfeesten zijn bijvoorbeeld:
Nieuwjaar is de dag waarop het begin van het nieuwe jaar wordt gevierd. In de westerse wereld is dit op 1 januari, maar in andere culturen gebeurt dit vaak op andere data (zie beneden). Bij deze viering zijn wederzijdse gelukswensen en goede voornemens gebruikelijk.
Lang geleden begon het nieuwe jaar bij het begin van de lente, als de natuur weer tot leven kwam, of begin januari, als de dagen beginnen te lengen. Bij de invoering van het christendom wilde de Kerk een eind maken aan de heidense gewoonten rond deze nieuwjaarsviering, en riep 1 januari uit tot bid- en boetedag om de besnijdenis van Jezus (8 dagen na de geboorte) te vieren. Maar ook daarna vierde men het nieuwe jaar nog rond de oude heidense data, maar soms ook op Sint Maarten (11 november); de eerste adventsdag; de zonnewende (rond 21 december); of Maria Boodschap (25 maart). De Spaanse landvoogd Requesens besloot in 1575 dat het nieuwe jaar officieel op 1 januari begon. De Babyloniërs brachten rond 2600 v. Chr. een koningsoffer. Ze meenden dat op nieuwjaarsdag de koning het mikpunt van de goden zou zijn, dus vervingen ze de koning tijdelijk door een slaaf of een ter dood veroordeelde, reden hem als koning rond en offerden hem ten slotte. Zo werd het kwaad een jaar afgewend.
De oude Germaanse oud-en-nieuwviering werd in de winter gevierd, duurde 12 dagen en nachten en heette 'Joelfeest'. Het Joelfeest begon op 25 december, als de dagen gingen lengen, en duurde tot 6 januari, het huidige Driekoningen. Rond de 8e dag, ofwel 1 januari, was het hoogtepunt met grote vuren, dierenoffers en veel eten en drinken. In hedendaagse paganistische religies (o.a. Wicca) wordt Yule gevierd rond 21 december.
Bij de Romeinen begon het nieuwe jaar op 1 maart, totdat Julius Caesar in 44 v. Chr. de juliaanse kalender invoerde, vanaf die tijd was Nieuwjaar op 1 januari. De Romeinen offerden sindsdien op die dag aan de god Janus (waarnaar januari is genoemd) om hem mild te stemmen voor het aankomende jaar. Dit begin van het jaar in maart komt nog tot uiting in de namen van onze maanden september ("zevende maand"), oktober ("achtste maand"), november ("negende maand") en december ("tiende maand"), en in de schrikkeldag, die voorkomt aan het eind van de laatste maand van het jaar: februari.
Men ziet de periode van Kerst tot Driekoningen (de heidense twaalf nachten) tegenwoordig nog steeds als feestelijke periode. In deze periode vallen (verplichte) snipperdagen en schoolvakanites, en veel bedrijven zijn gesloten. Veel mensen laten de kerstboom tot na Driekoningen staan. De tradities van onze heidense voorouders hebben dus nog steeds invloed. De nieuwjaarsvuren zijn terug te vinden in de traditionele kerstboomverbrandingen die in sommige plaatsen nog steeds worden georganiseerd. De oude vuren werden destijds gedoofd, en nieuwe vuren werden ontstoken om het oude jaar te vernietigen en de komst van het licht en het nieuwe te onderstrepen.
Ook moesten de geesten van de overledenen en de demonen worden verjaagd, die juist rond deze tijd konden opspelen. Dit verjagen gebeurde met veel lawaai, wat nog terug te vinden is in het gebruik om rond de jaarwisseling vuurwerk af te steken en klokken te luiden.
Deze geesten moesten echter ook gunstig gestemd worden. Zij konden namelijk de mensen en het vee vruchtbaar maken en het gewas doen groeien. Men bracht ze daarom ook offers, die men na het ritueel zelf opat en -dronk. Dit vinden we terug in onze eigentijdse kerst en oud-en-nieuwgerechten terug, zoals kerststollen, duivekaters, wafels, kniepertjes, spekdikken, oliebollen en de traditie om uitgebreide maaltijden aan te richten met veel alcoholische drank.
Het geven van cadeautjes en nieuwjaarsgiften aan familie en personeel was al onder de Romeinen gebruikelijk. Het vindt in Frankrijk plaats op nieuwjaarsdag, in Italië op Driekoningen, in het Verenigd Koninkrijk op Eerste Kerstdag, in Duitsland op Kerstavond en in Nederland op Sinterklaas (5-6 december) en met kerst. In 1535 schafte Maarten Luther Sinterklaas af; het Kerstkind werd de brenger van geschenken.
Op 1 januari wensen we iedereen het beste, zodat we die wensen ook terug ontvangen. Vroeger werd vooral geld gegeven. In de 19e eeuw liep dat uit de hand, toen men wildvreemde voorbijgangers geld probeerde af te bedelen met berijmde nieuwjaarswensen en -prenten. Schoorsteenvegers, vuilnisophalers, straatvegers, nachtwakers en lantaarnaanstekers verkochten hun beste wensen; tegenwoordig zijn het de tijdschrift- en krantenbezorgers die ons zo hun beste wensen overbrengen, en zien we dit gebruik nog terug in het sturen van kerst- en nieuwjaarskaarten, het geven en bezoeken van nieuwjaarsrecepties, en de gewoonte iedereen die men ontmoet het beste te wensen voor het nieuwe jaar.
In de laatste jaren is het gebruikelijk geworden zich massaal in het open en dus koude water te storten, meestal in, soms zonder zwemkleding, maar ook in allerlei fantasie-uitmonsteringen, dit gebruik staat bekend als de Nieuwjaarsduik. De traditionele Nieuwjaarsduik die op 89 locaties in Nederland werd georganiseerd, trok op 1 januari 2012 een recordaantal deelnemers. In Scheveningen namen deze keer 36.000 mensen een duik. Dit is mede te danken aan het record-warme zachte weer (13 graden C) en en het relatief warme zeewater van deze Nieuwjaarsdag.
Ook op 1 januari vindt het traditionele Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker plaats, een jaarlijks concert op nieuwjaarsdag in de Wiener Musikverein, het concertgebouw van Wenen. Dit concert wordt internationaal rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Tevens is er een wedstrijd van het schansspringen. Dit wordt ook rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Later in de maand vinden er vele nieuwjaarsrecepties in bedrijven, verenigingen en gemeenten in Nederland plaats.
In België is het voor kinderen de gewoonte om op 1 januari een nieuwjaarsbrief met nieuwjaarswensen voor te lezen aan de ouders en aan de doopmeter en dooppeter. Meestal zijn doopmeter en dooppeter nabije familie en is dit gebeuren een echt familiefeest, in aanwezigheid van grootouders en ooms en tantes.
Een nieuwjaarsbrief is traditioneel een eenvoudig dubbel gevouwen en versierd kaftje, binnenin kan dan de tekst geschreven worden. De tekst opent traditioneel met : "Liefste ouders", "Liefste meter" of "Liefste peter". In nieuw samengestelde gezinnen en bij overlijdens, kan hiervan afgeweken worden. De nieuwjaarswensen zelf worden meestal in rijm of versvorm geschreven. De brief eindigt met: " Uw doopkind, (Plaats), 1 januari, (jaartal)". De blanco brieven zijn te koop in de boekhandel.
Zolang het kind nog niet naar school gaat, zullen de ouders de nieuwjaarsbrief zelf schrijven en inoefenen met het kind. Nadien zal de voorbereiding en het schrijven van de nieuwjaarsbrieven volledig op school gebeuren. Dit is in het lespakket opgenomen. Vanaf de kleuterschool tot de basisschool zal de tekst voorgedrukt staan op de nieuwjaarsbrief. Op school zullen de kinderen de tekst gezamenlijk inoefenen. Op zijn 6de, vanaf het eerste jaar tot het laatste jaar basisschool, zal het kind op school de nieuwjaarsbrief eigenhandig schrijven en voorlezen.
Na het voorlezen van de nieuwjaarsbrief krijgt het kind speelgoed of een nuttig geschenk, dat in overleg met het kind en de ouders gekozen is. Het krijgen van geschenken met Nieuwjaar is in België even belangrijk of zelfs belangrijker dan met Sinterklaas.
Op zijn 12de-13de jaar, wanneer het kind de overstap maakt van de basisschool naar secundair onderwijs, zal deze traditie ophouden. Soms krijgt de tiener met Nieuwjaar nog wat geld toegestopt door de doopmeter of dooppeter tot hij of zij meerderjarig is of huwt.
Alhoewel een doopmeter en dooppeter een christelijk-katholiek gebruik is, is deze traditie ook door vrijzinnigen overgenomen. Dit is niet het geval bij de andere geloofsovertuigingen.
Door de tijdzones wordt Nieuwjaar overal op een ander tijdstip gevierd. Kiritimati, een eilandengroep binnen Kiribati, begint als eerste het nieuwe jaar. Om precies te zijn op 31 december om 10u UTC. Samoa ging als laatste het nieuwe jaar in, maar op 30 december 2011 zijn ze bij de tijdzone van oost Australië gevoegd. Nu vieren zij dus als een van de eerste nieuwjaar. Nieuwjaarsdag is ook een merkeldag (Merkeldag (ook wel: lotdag) is de aanduiding van een dag die in het volksgeloof bijzonder belangrijk is voor het lot van de mens of het weer. Het weer op een merkeldag is in dat geval bepalend voor de rest van de periode. Bij merkeldagen horen dan ook één of meerdere weerspreuken. Deze vermelden veelal ook de heilige die volgens de Heiligenkalender van de Katholieke Kerk zijn of haar naamdag heeft op de betreffende dag.) waarop de volgende weerspreuken van toepassing zijn:
- Met Nieuwjaar lengt de dag zolang het haantje kraaien mag.
- Nieuwjaarsnacht schoon/rein en klaar beduidt een vruchtbaar jaar.
- Schijnt de zon op dag van Nieuwjaar, dan wordt het een goed appeljaar.
Andere nieuwjaarsfeesten zijn bijvoorbeeld:
- Het Bengaalse Nieuwjaar (14/15 april)
- Het Berberse Nieuwjaar (14 januari)
- Het Cambodjaanse Nieuwjaar (13-15 april)
- Het Chinese Nieuwjaar (eerste dag tot en met de vijftiende dag van de eerste maand van de Chinese kalender. De eerste dag is de dag waarop de tweede (maar heel soms de derde) nieuwe maan ná het winter-solstitium (zonnewende) plaatsvindt)
- Het hindoeistische Nieuwjaar (datum varieert), op Bali: Nyepi
- Het Iraans/Perzische Nieuwjaar
- Het Islamitische Nieuwjaar (volgens de Islamitische kalender die begint in 622 n. Chr. in onze westerse jaartelling.)
- Het Joodse Nieuwjaar (De joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden. Deze wordt geacht te hebben plaatsgevonden in het jaar 3761 voor de gangbare jaartelling.)
- Het Koptische/Ethiopische Nieuwjaar (11/12 september)
- Het Koreaanse Nieuwjaar, Seollal genaamd, valt samen met het Chinese Nieuwjaar, maar kent zijn eigen gebruiken.
- Het Laotiaanse Nieuwjaar (13-15 april).
- Het oosters-orthodoxe Nieuwjaar (13/14 januari)
- Het Thaise Nieuwjaar ( 13-15 april)